DAVID OLNEY & ANANA KAYE - WHISPERS AND SIGHS

Hoe kan een mens ooit voldoende de lof zingen van wijlen David Olney? De man liet ons meer dan twintig albums na, waarvan het merendeel moeiteloos ondergebracht kan worden aan de absolute top van de erfenis der singer-songwriters. Het feit dat Townes van Zandt sommige liedjes van David beter vond dan het beste dat hijzelf ooit geschreven had, zou ongeveer alles moeten zeggen. Tel daarbij op dat Olney’s songs gecoverd werden door Emmylou Harris, Steve Earle én Linda Ronstadt -drie mensen, die nooit verlegen zitten om het allerbeste aangereikt te krijgen- en je weet da we hier met absolute topklasse te maken hebben. Topklasse, die in januari van vorig jaar, op het podium stierf, bij het herstemmen van zijn gitaar, tussen twee songs in….mooier kun je ’t niet bedenken, al mocht het, wat mij betreft, gerust een paar decennia later gebeurd zijn.

Dat heeft dan weer te maken met de vaststelling dat Olney, zoals alle goede wijn, beter werd met de jaren en dat hij de kunst van het liedjesschrijven -meer schrappen dan overhouden- tot nieuwe hoogten verheven had. In de loop der jaren zagen we hem meer dan twintig keer aan het werk en, in welke bezetting ook, een avond met David Olney was altijd een belevenis. Nu ja, met een catalogus waar meesterwerkjes als “Women ‘cross The River”, “1917” en “Deeper Well” slechts één percent uitmaken van de totale nalatenschap, hoeft dat nauwelijks te verwonderen e, je hoeft maar even te praten met mensen als Slaid Cleaves of Rod Picott om de naam van Olney te horen vallen.

Voor deze nieuwe plaat, die dus zijn eerste postume blijkt te zijn, ging Olney scheep met opkomend talent Anana Kaye en haar partner Irakli Gabriel, een koppel uit Georgië, dat de voorbije jaren, tot Corona toesloeg, noch min, noch meer bezig was stormenderhand Nashville te veroveren. Kennelijk was Olney nogal onder de indruk van de songschrijverscapacieiten van Anana en ze gingen samen dus aan de slag voor het leeuwendeel van deze elf songs, warvan de overige vijf samen met John Hadley, nog zo’n instituut, met meer dan duizend songs op z’n conto en covers door zowel George Jones, Bobby Bare, Kevin Welch, Roger Miller als T. Graham Brown. Zulke verzameling topschrijftalent kan alleen maar tot een topplaat leiden, al was de enige wat onzeker factor de zangeres Anana Kaye, die we niet kenden, maar ik mag u geruststellen: de dame interpreteert de songs meesterlijk, zij het lichtjes opzij van de gekende Nashville-paden.

Ik zei het al: Olney werd met de jaren beter en dat blijkt ook weer uit deze songs: zo trefzeker geformuleerd, zo muzikaal geformuleerd en zo open voor “andere” geluiden, dat het telkens weer een avontuur wordt om de heerlijke teksten te savoureren. Deze plaat is zodanig breed van opvatting, dat je net zo goed aan Tom Waits als aan de Stones moet denken, je hoort wereldmuziek, vermengd met de loepzuivere klanken van de singer-songwriter en je weet: dit is een plaat, waarop het alleen om de essentie draait. Olney heeft het vehikel Kaye-Irakli gebruikt om de boodschap die hij als zeventigplusser met heel veel levenservaring geloofwaardig kon neerschrijven, ook voor jongere generaties begrijpelijk te maken.

Ik heb er geen idee van, of David wist dat hij zijn muzikaal testament aan het schrijven was, maar ik heb een stil vermoeden van wel. En als ik me al vergis, dan maakt dat deze plaat nog straffer. Sowieso zit ze aan de absolute top van Olney’s muzikale nalatenschap en leert hij ons tussen neus en lippen nog een zangeres kennen, waar we vanaf nu echt wel zullen naar uitkijken. Op het ogenblik dat ik deze regels uittik, circuleren er een drietal Youtube-filmpjes van nieuwe songs. Als ik u was, ik zou proberen te starten met “The Great Manzini”, dat hier de plaat afsluit. Als u dan no over uw kippenvel heen komt, kan u de rest van deze prachtplaat wellicht ook aan.

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

Label: Schoolkids Records

video